Mariene aquacultuur in het Waddengebied
Het ontwikkelen van aquacultuur in het Waddengebied is voor ondernemers een stevige opgave. Bovendien brengt het risico’s met zich mee. Veel moet kloppen voor een mogelijk succesvolle start. Door de beperkte afzetmarkt en aspecten als kosten, kweektechniek en regelgeving, lijkt hulp van buiten in deze pioniersfase een belangrijke voorwaarde om innovaties succesvol te ontwikkelen. De grootste kansen voor mariene aquacultuur liggen in schelpdierkweek zoals oesters, tapijtschelpen en kokkels. Dat blijkt uit het in opdracht van Programma naar een Rijke Waddenzee door Boyd Metz (onder de vlag van het Zoet-Zout Knooppunt Noord-Nederland) en Bernike van Werven (Wing) uitgevoerde rapport Marktverkenning vanuit de praktijk: mariene aquacultuur in het Waddengebied.
Succesfactoren en vervolgstappen
Voor ondernemers is het belangrijk om zich te focussen op een lokaal en duurzaam premium product, die in de markt gezet wordt met een goed verhaal. Daarbij is het van belang een unieke niche in de markt te zoeken, door bijvoorbeeld de link te leggen met online supermarkten of omliggende gebieden in het Waddengebied. Lokale branding helpt daarbij. Ook is het belangrijk om contact met samenwerkingspartners in de sector te zoeken om ontwikkelingen samen af te stemmen. Zo deelt men kennis en kan de kapitaalbehoefte gedekt worden.
Transitie voedselsysteem
Door ontwikkelingen als klimaatverandering, stikstofproblematiek en verzilting van de bodem bevindt ons voedselsysteem zich in een periode van transitie. Hierin is er ruimte voor nieuwe ontwikkelingen waarvan mariene aquacultuur een kansrijke en groeiende sector is zowel in Nederland als ook internationaal. Zo biedt de aanpassing van kustverdediging in onze dynamische kustzones kansen voor de kweek van vis, schaal- en schelpdieren. Dit kan als een stimulans dienen en ruimte voor ontwikkeling bieden. PRW ondersteunde hiertoe praktische experimenten bij Polder Wassenaar op Texel en tussen de Dubbele Dijk bij Bierum.
